Ik lag onlangs heerlijk in bed te kroelen met mijn dochter Panther voor het slapen gaan. Ze lag teder in mijn armen met haar hoofd op mijn boezem. Ze drukte haar wang stevig tegen me aan en zei ‘Mama allemaal kindjes in de klas denken dat jij opgepompte borsten hebt!’ Ik verslikte me even en begon kei en keihard te lachen vervolgens zei ik ‘Is dat zo?’ Panther zei ‘Jaaah mama’. We kregen samen de slappe lach en konden niet meer stoppen. Mijn borsten zijn altijd haar kussen geweest waarop ze lieflijk in slaap valt dus zij weet wel beter.

Ik vroeg ‘Hoe komt het dat ze dat denken?’
‘Omdat ze groot zijn!’
was het antwoord…
Tja…

Voordat ik kinderen kreeg had ik wel eens nagedacht over borstvoeding. Ik zag het niet zo zitten, dat geluk, en ze bleken er ook niet mooier op te worden, als ik de verhalen hoorde van vrouwen die mij voorgingen. Mijn besluit was eigenlijk al genomen, ik zou dat hele borstvoeding verhaal lekker aan me voorbij laten gaan. Ik zou wel een supersonisch flesje kopen!

Eenmaal in gelukzalige verwachting was er geen haar op mijn moederkloek hoofd die er ook maar aan dacht om mijn aanstaande kindje vol te proppen met bewerkte koeiemelkpoeder in een flesje. Ik zou toch gek zijn om het beste op aarde niet mijn meisjes te geven. Ik heb een immens rijk leven maar als er iets is dat ik mis en ik duizend jaren zou kunnen doen is het borstvoeding geven. Voor mij was het pure hemel, dat intens liefdevolle dichtbij samenzijn. Mijn kindje in m’n armen en haar lijfje zo tegen mij aan. Ergens was het gewoon een keer op, maar als het aan mij had gelegen dan was ik een moeder geweest die minstens twee jaar borstvoeding had gegeven. Tuurlijk heb ik wel eens naar m’n borsten zitten staren me afvragend of het weer een beetje in vorm zou komen allemaal… Only human after all.

Ik las ooit in een boek van Isabel Allende over een Indiaanse stam waarvan de vrouw van het voormalig opperhoofd nu door omstandigheden opperhoofd was geworden. De blanken waren hun leefgebied binnen gedrongen, we kennen de tragische geschiedenis. Zij bereidde zich voor om de blanke mannen dapper tegemoet te treden, vanuit haar wijsheid, haar kracht, haar pure ziel en onbevreesdheid. Ze hing haar mooiste veren om, tooide haar hoofd en zij liep tussen de bomen vandaan recht op de blanken af…

… er viel een stilte… de blanken zagen een klein verschrompeld dwaas vrouwtje met wat kralen en veren om, ze lachten haar uit doch iets gaf ze een onbehagelijk gevoel. Toen ik deze passage las dacht ik met heel mijn wezen ‘Ik wil als deze vrouw zijn, zo wil ik oud worden, zo wil ik uit het bos van mijn ziel treden’.

Er is geen grotere schoonheid als die van de Majestueuze Natuur…

Aho