Kippenvel over m´n hele lichaam. Mijn hart klopte sneller terwijl mijn ogen over de letters gleden en mijn dorst de woorden indronk. Ik zat op bed van mijn eerste Liefde, in de kleermakerszit en las het artikel. In magazine ‘De nieuwe Revue’.
Het artikel ging over een ritueel waarin mensen, gekleed in het wit bijeen waren gekomen en een indiaanse thee dronken, Ayahuasca. Nadat zij de Ayahuascathee hadden gedronken kregen zij o.a. visioenen, kon men tot diepe inzichten komen, en ook trauma’s werden geheeld. De thee had een diep reinigende werking. Je lichaam werd van allerlei ballast ontdaan, zowel emotioneel als fysiek, door middel van overgeven en zelfs diarree. Uiteraard niet elke jonge vrouw haar droom, maar wel de mijne! Elke cel in mijn wezen trilde en veerde op in een volmondig ‘Ja ik wil’. Ik zal ongeveer drieëntwintig geweest zijn. Er gingen jaren voorbij, het was nooit in mij opgekomen om de redactie van ‘De nieuwe Revue” te contacten om te achterhalen waar men zo’n ritueel zou kunnen doen…
… Anastacia en ik liepen samen door de binnenstad van Utrecht. Ik was inmiddels 27 jaar. Ze zag er vrolijk uit met haar sproetjes, guitige neus en kuiltjes in haar wangen. Haar heldere blauwe ogen straalden terwijl ze honderduit vertelde over het kraakpand waar ze sinds kort woonde. Ik wilde alles weten. Hoe sliepen ze, betaalde je huur, hoe werkte dat met gas, licht en water? Kreeg je geen problemen met de gemeente? Kon je ook post ontvangen op het adres van een kraakpand? Met wie woonde ze daar allemaal? Wie bepaalde wie er wel en niet mochten wonen? Ik vond het hele interessante materie en besloot er gauw eens te gaan logeren om het zelf te ervaren en met eigen ogen te bekijken.
Nadat ik haar het krakershemd van haar lijf had gevraagd trok ze spontaan een flyer uit haar zak en gaf het vervolgens aan mij. Ik las dat er een Sjamaan uit Ecuador naar Nederland kwam om een Ayahuasca ritueel te geven. Je kon je aanmelden per email. Die avond meldde ik mijzelf aan tezamen met mijn goede vriend Ughe.
Zes weken later was het eindelijk zover. Vanuit Hoofddorp waar we toen woonden vertrokken we richting Amsterdam. We hadden veel gemediteerd de afgelopen weken en ons aan het speciale dieet gehouden. Het dieet viel me heel erg mee aangezien ik toen vegetarisch was. Ik was opgewonden, nieuwsgierig en zenuwachtig tegelijk. Het was alsof ik mijn hele leven op dit moment had gewacht. De ceremonie vond plaats in een grote ruimte midden in de Jordaan. Er waren ruim dertig mensen aanwezig. Iedereen had een yogamatje, slaapzak en een kussen mee genomen.
We zochten een plekje en nestelden ons ergens achter in de ruimte. De Sjamaan uit Ecuador was een krachtige en uiterst bescheiden, liefdevolle en zachtaardige man. Hij werd ondersteund door een Sjamaan uit Amerika, Jah Levi. Jah Levi was een pezige man met lichtgekleurde huid en lange zwarte dreadlocks gewikkeld onder een witte doek. Hij droeg een lang wit gewaad.
De Sjamaan ging rond met tabakswater dat we moesten opsnuiven, ik voelde het branden in mijn neus en onder mijn schedel, maar vond het een heerlijk gevoel. Het was alsof mijn schedel openklapte en mijn antennes zich naar de hemel oprichten. Nadat iedereen tabakswater had opgesnoven ging hij rond met de Ayahuasca en reikte deze in een klein kopje aan, terwijl hij een gebed prevelde in het Spaans.
Ik verstond geen woord van wat hij zei maar ik voelde me innig geliefd, gekoesterd en gezegend. Ik dronk de Ayahuasca terwijl mijn lichaam werd bevangen door kippenvel. Ik zat met uiterlijke kalmte doch innerlijke onrust te wachten op de effecten van de Ayahuasca. Het bleef bij wachten terwijl ik zag dat, om mij heen, de een na de ander aan zijn Innerlijke reis begon, gebeurde er bij mij helemaal niks.
Teleurgesteld en gefrustreerd liep ik naar de gang. Daar zat Noot, een grote man met een oerse uitstraling, te praten met iemand. Ik hoorde hem zeggen: ‘Door deze tabak uit Peru ben ik gestopt met blowen’ dat klonk als een tabak die ik dan op zijn minst ook geprobeerd moest hebben dus zei ik: In dat geval rook ik graag mee’. Ik nam drie haaltjes voor respectievelijk de vader, de zoon en de heilige geest. Dat had ik en passant bedacht.
Ik slofte lichtelijk gedesillusioneerd naar de wc, opende de wc-deur en binnen een tiende van een seconde lag ik op m’n knieën over te geven in de wc. Ik wist niet was me overkwam. Eenmaal uitgespuugd hing ik verwilderd boven de wasbak en keek ik in de spiegel naar zij die eens Sharon was. Ik wilde terug naar mijn plekje in de ruimte maar god hoe?
Ik liep de wc uit richting de trap en de leuningen veranderden in dansende en kronkelende partikels die paarden met elkaar. De muren fluisterden mysterieuze woordjes in een Mayaanse veelvoud, het licht kristalliseerde zich in caleidoscopische schoonheid. Toen ik de deur van de ceremonieruimte opende zag ik overal lichtbolletjes razendsnel heen en weer flitsen tussen alle mensen. Alles in mijn lichaam golfde, warmte versmolt met koude. Vertrouwd comfort werd opgeslokt door het ongemak van het onbekende.
Ik heb rijken betreden waar woorden zo ontoereikend en futiel zijn dat zij hun gehele bestaansrecht verliezen. Ik ben zo diep in mijn gevoel geraakt en geroerd dat een onuitsprekelijk gewaarzijn het enige is dat mij rest…
Toen mijn zintuigen langzaam terugkeerde tot aardse waarnemingen zat ik beduusd en vol van verwondering om me heen te staren. Langzaam keerden de meeste terug naar het hier en nu. De Sjamaan uit Ecuador vertelde dat de vrouwen uit zijn stam sieraden hadden vervaardigd en dat als we wilden, we iets mochten uitzoeken en er een gepast bedrag voor in de plaats mochten neerleggen. Enthousiast stond ik op, Indiaanse sieraden bekoren me altijd.
Toen ik naar het midden van de cirkel liep wilde ik gaan zitten op een wit kussen om alles eens rustig te aanschouwen. Net voordat mijn billen het kussen raakten pakte iemand me strak bij me arm en trok me weg. Enigszins paniekerig werd ik aangekeken terwijl er druk gebaard werd dat ik bijna op de Sjamaan was neergeploft. Blijkbaar had ik de Sjamaan Jah Levi aangezien voor een comfortabel kussen, ik was van slag en begreep er helemaal niks van. Mijn zintuigen stonden wagenwijd open en ik trapte normaliter nog geen mier per ongeluk dood, hoe kon ik nou niet gevoeld hebben dat ik bijna bovenop de Sjamaan ging zitten?
Toen de sieraden mijn ogen streelden was ik het voorval meteen vergeten. Ik zag een waaier van veren om energie te smudgen (energie reinigen) de veren waren beeldschoon. Ze gaven haast licht en de pinnen waren omringd met stralende kralen in een prachtig Indiaans patroon. Ik nam ze in mijn handen en versmolt ermee, deze veren hoorden bij mij, het waren mijn veren!
Ik stond op met de veren in mijn hand om mijn portemonnee te gaan pakken. Terwijl ik terug liep stond Jah Levi ineens voor me, hij strekte zijn hand uit naar de veren, mij met zijn ogen gebiedend de veren terug te geven. Ik keek hem als gehypnotiseerd aan en ik gaf ze aan hem. Ik liep in totale verbazing terug naar mijn plekje, er werkelijk niets van begrijpend. Het waren mijn veren, ik had het gevoeld en voelde het nog steeds! Ze behoorden mij toe maar wat nu? Mijn hersens gingen als een razende teken.
Onlangs had ik een boek gelezen waarin werd verteld hoe medicijn mannen en vrouwen krachtobjecten maakten, maar ook hoe ze deze elkaar afhandig maakten. Was je niet slim en gewiekst genoeg dan was je het kracht object kennelijk niet waardig. Er waren regels maar desalniettemin was elkanders krachtobjecten ‘stelen’ toegestaan.
Daar zat ik dan, het kon toch niet waar zijn dat er bij mijn eerste Ayahuasca reis van mij werd verlangd dat ik meteen de veren van de Sjamaan moest gaan stelen? Mijn gedachten raasden nog steeds sneller dan het licht. ‘De veren zijn van mij, de veren zijn van mij”, ik moest ze in mijn bezit zien te krijgen. Ughe keek me aan en ik vroeg aan hem: ‘Zag je dat? Zag je dat de veren mij toebehoren?’ Hij had het ook gezien en beaamde het. Een kleine geruststelling, ik was dus niet gek.
Jah Levi had later dan wij zijn Ayahuasca gedronken en hij was behoorlijk ziek. Ughe grapte ‘Ga ze halen, “kick him while he is down”, we waren nerveus en lachten onbedaarlijk. Mijn Innerlijke stem sprak tot me en zei me de veren te gaan halen, maar dat ik in volledige nederigheid en liefde naar Jah Levi toe moest gaan. Dus ik zat net zolang totdat ik compleet bevangen was van Liefde en vrij was van ego.
Ik liep naar Jah Levi en knielde bij hem neer en reikte uit naar zijn hand, ik nam deze in de mijne terwijl ik hem aankeek en zei “I come to you in Love but I feel the Feathers belong to me’. Hij glimlachte terwijl hij me aankeek ‘But they belong to me so how can that be?’ Vervuld van Liefde doch vastberaden als een rots, die niet zou weggaan zonder veren antwoordde ik “I don’t know but I very, very strongly feel that the Feathers belong to me!’. Hij keek me blij verrast aan en gebaarde me te gaan zitten tegenover hem.
Hij vroeg me: ‘Would you like to know who I received the feathers? ‘Yes, I do’ antwoordde ik. Hij vertelde dat hij in Amerika in een Indiaanse gemeenschap woonde en dat hij op een dag wandelde vlak langs de snelweg toen hij een klap hoorde. Door de klap keek hij op en het volgende moment landde er een gewonde Adelaar in zijn armen. De Majestueuze vogel was geraakt door een vrachtwagen, had zijn nek gebroken en landde zo in zijn armen. Hij hield hem stevig vast terwijl hij snel richting de Sjamaan van zijn gemeenschap liep. Liefdevol droeg hij het dier in zijn armen terwijl hij in zijn ogen keek. Ze waren bevangen in elkaars blik toen de Adelaar stierf. Terwijl de Adelaar stierf ging zijn geest via zijn ogen over in hem. Hij vertelde hoe hij dit voelde gebeuren en terwijl hij het mij vertelde voelde ik de geest van de Adelaar via zijn ogen overgaan in de mijne. We weren er stil van.
Hij keek me Liefdevol aan en vertelde dat hij samen met de Sjamaan ‘medicijn’ hadden gemaakt van de Adelaar. Alles van de vogel hadden ze gebruikt, zijn veren, zijn vleugels, zijn poten. Dit hadden ze gedaan in een liefdevol ritueel. De Sjamaan had hem verteld dat dit zijn medicijn was waarmee hij zichzelf en anderen kon helpen helen. Hij vertelde hoe hij nu over de wereld reisde met zijn medicijn om mensen te dienen met de heling van de Adelaar. Hij zei Liefdevol ‘al zou ik je ze willen geven, het gaat niet, ik hoop dat je dat begrijpt’. Ik antwoorde hem dat ik was gekomen met een vraag en dat ik meer had ontvangen dan waarop ik had mogen en durfen hopen. Hij zei ‘ik kan je wel helpen om je eigen veren te vinden’ dankbaar knikte ik instemmend.
We waren zo innig verbonden via onze ogen. Terwijl we in elkaars ogen staarden zag ik in zijn ogen het Universum zich ontvouwen, ik zei dit tegen hem. Hij vroeg me ‘Do you want to come in?’ ‘Yes, I do’…. Als door een waterkolk werd ik door zijn ogen naar binnen gezogen en reisde ik door ontelbare sterrenstelsels en hemelse rijken heen, tijdloos, gewichtloos, gedachteloos… Vrij van alles, doch vervuld van Liefde, immense Liefde.
Na een eeuwigdurende eindeloosheid landde ik zachtjes, ik zat rechtop in de kleermakerszit terwijl Jah Levi mijn aura smudgte met de veren die mij toebehoorden. Ik zat in mijn volledige zielenkracht en potentie en was er stil van. Hij wapperde met de veren en als bij toverslag was ik omringd door een zwerm Adelaars die om mij en mijn energieveld heen cirkelden, zo zat ik in nederigheid te midden van deze magische energie en dit helende en zalvende licht.
Ughe zijn blik kruiste de mijne, hij zag het ook, we lachten. Ik had al jaren gebeden, vragend of mijn krachtdier aan mij geopenbaard mocht worden, te vergeefs. Pas twee jaar na deze ervaring drong het tot mij door dat mijn krachtdier de Adelaar is en dat ik daarom zo sterk voelde dat de veren mij ‘toebehoorden’. Het drong tot me door dat het niet ging om die exacte veren maar om de spirituele veren van de Adelaar die mij ‘toebehoren’. Niet als bezit, maar als energetisch medicijn om te delen…
In deze deel ik mijn eerste Innerlijke Reis, opdat de heling van de veren de jouwe moge zijn, mocht je haar zoeken. Of gewoon als mooi verhaal. In diepe dankbaarheid naar Jah Levi, De Adelaar en Moeder Ayahuasca. Zij is mijn thuis, die dag ben ik uit haar geboren… AHO.